Op het debuut Together We Are All Alone bestond Lucky Bones nog louter uit Eamonn O’Connor. De uit Dublin afkomstige singer-songwriter nam het album op in Texas met sessiemusici. Bij terugkeer in Ierland formeerde hij een echte band om die vervolgens voor de opnamen van de opvolger Someone’s Son (eigen beheer) mee te nemen naar Texas. Vooral de eerste drie nummers van deze plaat zijn erg sterk. Op She Don’t Know zijn het de fraaie zang, waarvan je je in eerste instantie even afvraagt of je nu een man of een vrouw hoort, en de huilende elektrische gitaar die je onmiddellijk meevoeren. Baby Please Don’t Pull Me Down is iets steviger met toetsen en twee langs elkaar vliegende elektrische gitaren. Op Forever With Wings valt vooral het ruimtelijke geluid op. De vlotte rootsrock van Lucky Bones ligt in het verlengde van bands als Grand Drive en Rainravens. De tweede helft van de plaat zakt ietsjes weg door enkele nummers met wat minder zeggingskracht. Zo is het pianoliedje Won’t Be Coming Home wat al te zoet, net als Who’s Gonna Follow Me Down.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie